Nacht vanbinnen
Tekst: Jos Stroobants
Muziek: Jeroen D'Hoe
Bewerking Muziek: Luc Wynants
Taal: Nederlands
Land: België
Continent: Europa
Dit lied werd gemaakt voor de musical Hart, die Herentse verenigingen verzamelde rond een oorlogsthema.
www.hart-podium.be
Wij namen het op in ons permanent repertorium omdat de schitterende tekst van Jos Stroobants goed aansluit bij onze visie.
Jos schrijft:
Het lied Nacht vanbinnen stond in de musical van het uitdagende hART-project in twee versies: een eerste keer als een gesprek tussen de soldaat en de vrouw, en later nog eens als een overweging van de officier. De tekstversie ten dienste van componist Jeroen D’Hoe bevatte o.m. het volgende:
Doorlopend is in deze liedteksten gekozen voor een eerder eenvoudige verwoording, voor een overzichtelijke metrische organisatie, en voor klassieke rijmschema’s (bv. ABAB of AABAAB). Dit alles impliceert meestal ook relatief korte zinnen, zodat de aandachtslijn van de luisteraar niet nodeloos overvraagd wordt. Tegelijkertijd komt er hierdoor een zeker tegenwicht door een poging om de bedrieglijk eenvoudige schema’s in te vullen met betekenissen die de simpele woorden op het eerste zicht niet schijnen te impliceren. Regelmatig worden uitdrukkingen gebruikt die directe associaties willen opwekken met andere taalregisters en dus andere betekenissen (bv. Bijbelcitaten).
Scène 5: Lied A: “Nacht vanbinnen”
De ‘soldaat’ en de ‘vrouw’ zingen hun refrein (drie keer een identieke tekst) eerst als het ware elk voor zich, in gedachten, terwijl hun strofes, die typische vijandbeelden verwoorden, (eventueel zelfs op een verschillende melodie) een wat meer opgejaagde argumentatie vormen. Maar het laatste refrein is zeker iets om tweestemmig samen te zingen.
Scène 7: Lied “Nacht vanbinnen” - herneming
Deze herneming spiegelt uiteraard scène 5. De ‘officier’ koppelt hier innerlijke onzekerheid in zijn beginrefrein aan ingehouden woede in zijn strofe, en verdwijnt daarna snel en ‘militair’ om zijn angst niet te moeten tonen. Maar het laatste refrein door ‘allen’ is bepaald zwarter en uitzichtlozer dan in de eerste versie. Ik kan me voorstellen dat de groep dan ook al zingend uit elkaar valt en in verschillende richtingen verdwijnt.
Vandaag, in 2015, schrijf ik daar graag bij dat uitgerekend dit lied tekstueel mij het meest dierbaar is. Ik ken het refrein ervan nog altijd vanbuiten, en herinner me dat o.m. het daarin gebruikte beeld van de “dakloze gebinten” rechtstreeks geplukt was uit een droom die me nu nog steeds verrassend helder voor ogen staat.
Soms weet ik het ook niet meer
Dan is het nacht van binnen
en mijn hoofd van zinnen
Dan doet alles, alles zeer
en verdwaal ik keer op keer
in oude labyrinten,
dakloze gebinten,
in mijn eigenst hondenweer
"Ga vechten", zeggen zij,
"voor 't Grote Rijk dat komt"
Maar vechten doen slechts wij
en wij vergaan verdomd
Oo..
Soms weet ik het ook niet meer.
Dan is het nacht van binnen
en mijn hoofd van zinnen.
Dan doet alles, alles zeer
en verdwaal ik keer op keer
in oude labyrinten,
dakloze gebinten,
in mijn eigenst hondenweer.
"De vijand", zeggen zij
"is 't vlees geworden Kwaad"
Maar zijn wij beter wij,
zo juist in woord en daad
Oo...
Soms heeft niemand woorden meer
voor zulke nacht van huiver,
donker zwart onzuiver,...
Maar ook zwijgen doet zo'n zeer.
Deprecated: nl2br(): Passing null to parameter #1 ($string) of type string is deprecated in /home/bhiker/www/kontrarie.be/www/repertoire.php on line 201
Eerste internet publicatie: 10/03/2013. Laatste wijziging: 23/03/2015