Washing the floors to send you to college
Staying at home so you can feel safe
What do you think is the soul of her knowledge?
What do you think that makes her feel safe?
Biting her lips and lowering her eyes
To make sure there’s food on the table
What do you think would be her surprise
if the world was as willing as she is able?
Hugging herself in an old kitchen chair
She listens to you hurt and your rage
What do you think she knows of despair?
What is the aching of age?
The fathers – the children – the brothers
Turn to her and everybody White (turns to her)
What about her turning around
Alone in the every day light
There oughta be a woman can break
Down-sit-down-break down-sit-down
Like everybody else call it quits on Monday
Blues on Tuesday, Sleep until Sunday
Down-sit-down – break-down – sit-down
A way out of no way
Is flesh out of flesh
Is courage that cries out at night
A way out of no way
Is flesh out of flesh
Is bravery kept out of sight
A way out of no way
Is too much to ask
Too much of a task
for any one woman.
Ze poetst de vloer om jou naar school te kunnen sturen,
Ze blijft thuis voor jouw veiligheid,
Waar zit de ziel van haar kennis denk je?
waardoor, denk je, voelt zij zich veilig?
Ze bijt op haar lippen, slaat haar ogen neer
Zodat er zeker eten op tafel komt
Hoe verwonderd zou ze zijn, denk je,
moest de wereld even gewillig zijn als zij?
In de omarming van een oude keukenstoel
luistert ze naar jouw pijn en woede
Wat kent zij van wanhoop, denk je?
Wat is de hunker/pijn van het ouder worden?
Vaders, kinderen, broers,
doen beroep op haar en alle ‘witten’ (doen beroep op haar)
En zij, op wie kan zij beroep doen
alleen in het licht van alledag?
Er moet een vrouw zijn die (het) kan doen ophouden – neerzitten (staken) – ophouden – neerzitten
Zoals iedereen het opgeven op maandag
Neerslachtig op dinsdag, slapen tot zondag
Neer- zit neer- stop- zit neer
Een uitweg uit ‘zeker niet’
Is een lichaam dat uitdeint (imposanter wordt?)
Is moed die het uitschreeuwt ’s nachts
Een uitweg uit ‘zeker niet’
Is een lichaam dat uitdeint
Is dapperheid uit het zicht gehouden
Een uitweg uit ‘zeker niet’
Is teveel gevraagd
Een té grote opdracht
Voor één vrouw.