Dit lied zongen we vroeger.
Het behoort niet tot ons actief repertoire.
Unos que nacen, otros moriran, unos que rien, otros lloraran.
Aguas sin cauce, rios sin mar, penas y glorias, guerras y paz.
Refrein :
Siempre hay porqué vivir, porqué luchar.
Siempre hay porqué vivir y a quien amar.
Y al final las obras quedan, las gentes se van,
Otros que vengan las continuaran, la vida sigue igual.
Pocos amigos son de verdad, cuanto te alaban si triunfando estàs,
Y si fracasas bien comprenderas, los buenos quedan, los otros se van.
En cualquier parte, no importa el lugar, hay hombres buenos que a morir se van
Y mientras mueran en otro lugar, los pueblos viven sin pensar en mas.
Mensen worden geboren, anderen sterven,
Er zijn er die lachen, er zijn er die huilen.
Waterlopen zonder bedding, rivieren zonder zee,
Droefheid en vreugde, oorlog en vrede.
Refrein:
Altijd is er iets om voor te leven, om voor te strijden,
Er is altijd iets om voor te leven, altijd iemand om te beminnen.
En uiteindelijk blijft het werk van mensen bestaan, ook als ze wegvallen:
Anderen zullen het voltooien: het leven gaat door.
Er zijn maar weinig echte vrienden.
Wel zijn er veel die je loven als je aan ’t winnen bent.
Maar als je verliest zal je ontdekken dat de echte vrienden blijven,
De anderen gaan er vandoor.
Om het even waar, de plaats is van geen belang,
Vind je goede mensen die hun leven geven.
En terwijl zij sterven, op een andere plaats,
Leven de volkeren verder zonder aan iets méér te denken.