1954 is een revolutionair jaar voor de 34-jarige Boris Vian. In Indochina (het huidige Vietnam) woedt een vreselijke oorlog. De gebeurtenissen inspireren Vian tot het schrijven van politieke liederen. Op 29 april schrijft hij "Le Déserteur", een duidelijk antimilitaristisch manifest. De inhoud van het lied wordt door velen veroordeeld. Overal waar Boris Vian die zomer tijdens de tournee optreedt, wordt over een schandaal gesproken. Sommige concerten geven aanleiding tot gewelddadige reacties van het publiek.
Monsieur le président,
je vous fais une lettre
que vous lirez peut-être,
si vous avez le temps.
Je viens de recevoir
Mes papiers militaires
pour partir à la guerre
Avant mercredi soir.
Monsieur le président,
Je ne veux pas la faire
Je ne suis pas sur terre
Pour tuer les pauvre gens.
C’est pas pour vous fâcher,
Il faut que je vous dise
Ma décision est prise,
Je m’en vais déserter.
Depuis que je suis né,
J’ai vu mourir mon père
J’ai vu partir mes frères
Et pleurer mes enfants.
Ma mère a tant souffert
Qu’elle est dedans sa tombe
Et se moque des bombes
Et se moque des vers.
Quand j’étais prisonnier
On m’as volé ma femme
On m’a volé mon âme
et tout mon cher passé.
Demain de bon matin
Je fermerai ma porte
Au nez des années mortes
J’irai sur les chemins.
Je mendierai ma vie
Sur les routes de France
De Bretagne en Provence
Et je dirai au gens.
Refusez d’obéir,
Refusez de la faire,
N’allez pas a la guerre
Refusez de partir.
S’il faut donner son sang,
Allez donner le votre
Vous êtes bon apôtre,
Monsieur le président.
Si vous me poursuivez,
Prévenez vos gendarmes
Que je n’aurai pas d’armes
Et qu’ils pourront tirer.
Mijnheer de president,
Ik schrijf u een brief,
die u misschien zal lezen, als u tijd heeft.
Ik heb mijn militaire papieren ontvangen:
Om naar de oorlog te vertrekken, vóór woensdagavond.
Mijnheer de president,
Ik wil dit niet doen:
Ik ben niet op aarde om mensen te doden.
Het is niet om u kwaad te maken,
Maar ik heb mijn beslissing genomen: ik zal deserteren.
Sinds ik geboren ben, heb ik mijn vader zien sterven,
Mijn broers zien vertrekken en mijn kinderen zien wenen.
Mijn moeder heeft zo erg geleden
Dat ze nu al in haar graf ligt.
Daar spot ze met de bommen en de wormen.
Toen ik gevangen was heeft men me mijn vrouw afgepakt
Men heeft me mijn lieve verleden ontstolen.
Morgen heel vroeg zal ik de deur achter mij dichtdoen
….. en zal ik op weg gaan.
Ik zal mijn kostje bijeen bedelen
Op de Franse wegen van Bretagne tot de Provence
En ik zal aan de mensen zeggen:
Weiger te gehoorzamen,
Weiger naar de oorlog te gaan, weiger te vertrekken.
Al het nodig is zijn leven te geven,
Geef dan het uwe, u bent een goede apostel, mijnheer de president.
Als u me achtervolgt, verwittig uw gendarmes
Dat ik niet gewapend zal zijn
En dat ze mogen schieten.